Dit artikel beschrijft de stappen voor probleemoplossing die u kunt uitvoeren als u problemen ondervindt met sensordrift of kruisbesmetting voor G7c/G7x-apparaten.
Als de onderstaande probleemoplossing het probleem niet oplost, neem dan contact op met onze Technische Ondersteuning.
Sensordrift verwijst naar veranderingen in de sensormetingen als gevolg van verschillende omgevingsfactoren zoals temperatuur, vochtigheid en andere externe elementen.
Blackline draagbare en zonebewakingsapparaten zijn ontworpen om te werken bij temperaturen tussen -20°C (-4°F) en 55°C (131°F). Apparaten kunnen gedurende korte periodes bij koudere of warmere temperaturen functioneren, maar Blackline Safety raadt af om de interne temperatuur van het apparaat onder -20°C (-4°F) of boven 55°C (131°F) te laten komen.
Als een elektrochemische sensor (CO,H2S, O2) van kamertemperatuur naar extreme kou en omgekeerd wordt geschokt, kan dit tijdelijke afwijkingen in de sensorwaarden veroorzaken. Deze metingen verdwijnen meestal in minder dan een minuut. Zeer warme en droge omstandigheden kunnen elektrochemische sensoren vernielen doordat de elektrolyt uitdroogt.
Similarly, shocking an IR sensor (LEL) from room temperature to an extremely cold environment can cause the sensor to drift slightly for a short period of time (on an LEL-IR sensor, the reading should typically be < 10% LEL).
Als de sensor de basislijn niet automatisch herstelt, voer dan als volgt een kalibratie uit:
G7 zal aangeven of de kalibratie geslaagd of mislukt is en wanneer het klaar is om uit het G7-dock te worden verwijderd.
Als u uw apparaat niet kunt kalibreren, voer dan het volgende uit:
Als u nul onvolledige weergave op uw apparaat ziet, voer dan een kalibratie uit zoals hierboven beschreven. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de technische ondersteuning van Blackline Safety.
Gassensoren zijn gevoelig voor vervuiling door diverse gangbare reinigingschemicaliën. Zie voor meer informatie, waaronder een lijst met chemicaliën die u niet mag gebruiken om Blackline Safety-apparaten te reinigen, ons ondersteuningsartikel over het reinigen van apparaten en accessoires.
Als een apparaat wordt blootgesteld aan de in het ondersteunende artikel vermelde chemicaliën of aan een nieuwe chemische stof of verbinding, verschijnt er een gaswaarde op het LCD-scherm in een omgeving met schone lucht (bv. 65 ppm CO in een omgeving met schone lucht).
Als u vermoedt dat een CO-sensor verontreinigd is, kalibreert u het apparaat om er zeker van te zijn dat de sensoren goed functioneren.
Als de kalibratie mislukt en de meting aanhoudt, doe dan het volgende:
Vermijd direct contact met chemicaliën om besmetting in de toekomst te voorkomen.
OPMERKING: De bovenstaande stappen zijn bedoeld voor vervuilde sensoren die minder dan 100 ppm aflezen. Als de CO-sensor een waarde aangeeft van meer dan 100 ppm of een overschrijding van de limiet, neem dan contact op met de technische ondersteuning van Blackline Safety.
Noord-Amerika (24 uur)
Gratis: 1-877-869-7212 | support@blacklinesafety.com
Verenigd Koninkrijk (8am-5pm GMT)
+44 1787 222684 | eusupport@blacklinesafety.com
Internationaal (24 uur)
+1-403-451-0327 | support@blacklinesafety.com