Bijgewerkt op 9 maart, 2022
Bij het kalibreren van toestellen kan de aanwezigheid van zwaveldioxide (SO2) de chloorreactie (CI2) remmen en tot kalibratiefouten leiden.
Om uw sensor effectief te ijken wanneer zowel SO2 als CI2 worden bemonsterd, volgt u deze stappen:
Kalibreer de Cl2 met behulp van een enkelvoudige gaskalibratiedop (ACC-S-CAL).
De uitbarsting van Cl2 na de SO2 helpt de resterende SO2 uit de Cl2-sensor te zuiveren, zodat het apparaat normaal gas kan detecteren.
Om uw sensoren effectief te kalibreren of te stoten met G7 Dock, is de volgorde van gasapplicatie Cl2 dan SO2.
Zodra de G7 uit het dok is verwijderd, moet handmatig een uitbarsting van Cl2 worden toegediend. De uitbarsting van Cl2 helpt de resterende SO2 uit de Cl2-sensor te verwijderen, zodat het apparaat normaal gas kan detecteren.